In Ronse, de stad die Omer Wattez ‘Koningin der Vlaamse Ardennen’ noemde, had MOW een gesprek met Stefan Boonaert. Hij brengt het verhaal van De Noordboom: gestart in 1982 als schrijnwerkerij met een visie en gaandeweg uitgegroeid tot een toonaangevend aannemingsbedrijf. Bouwen en verbouwen met duurzame materialen, daar staan ze voor. Hout is hun passie, hun visie maakt het verschil. Ze brengen een eerlijk verhaal dat klopt.

Tekst: Kim Segers      Foto's: De Noordboom 

‘Waar zal ik beginnen?’, twijfelt Stefan. 

Bij het begin graag. Vanuit welke visie is De Noordboom ontstaan? 

‘De Noordboom is opgericht als een coöperatieve door een aantal enthousiastelingen, meewerkende vennoten dus, die vanuit een ideologie wilden bouwen en verbouwen met gezonde materialen. Het idee om woningen goed te isoleren was best vooruitstrevend aangezien woningen in de jaren 80 nauwelijks geïsoleerd werden. De oprichters kozen bewust voor hout als bouwmateriaal. De klassieke bouwindustrie stoot enorm veel CO2 uit door de productie van cement, beton en staal. Hout doet net het omgekeerde, het slaat veel CO2 op uit de atmosfeer. Wij zien onze manier van bouwen als CO2-neutraal of soms zelfs CO2-negatief.'

Op welke manier zijn jullie geëvolueerd?

‘In die pioniersjaren was ecologisch bouwen hier in België weinig gekend. Het was heel moeilijk om ecologische materialen te verkrijgen op de Belgische markt. Daarom besloten dezelfde mensen die De Noordboom oprichtten ook Eurabo op te richten. De Noordboom is verder gegroeid als aannemingsbedrijf, Eurabo als bouwstoffenhandel. Een aantal jaar geleden werd beslist om deze bedrijven uit elkaar te halen. Matty Bevernage deed verder met De Noordboom en zijn kinderen en schoonzoon stapten er mee in. 

Zo werd het onbedoeld een familiebedrijf. Daarom beslisten we vorig jaar om het bedrijf open te stellen voor eigen personeel en terug een coöperatieve pur sang te worden. Iedereen kreeg de kans om mee in te stappen. Van de 35 personeelsleden zijn we nu met 10 mede-eigenaar. Er is een goede mix: er zijn zowel kantoorbedienden als bouwvakkers mee ingestapt. Elk brengt zijn expertise en ervaring mee en dat gebruiken we om het bedrijf verder uit te bouwen.’

Ereoprichter Matty Pevenage en Stefan Bonaert (foto: De Noordboom)

Hoe ben jij bij De Noordboom terechtgekomen?

‘Ik ben ingenieur scheikunde met specialisatie milieutechnologie. Ik heb dus een andere achtergrond, maar ik had steeds interesse in milieu en bouwen. Ik heb 15 jaar bij een internationaal familiebedrijf gewerkt dat groene energie-installaties bouwt. Een drietal jaar geleden voelde ik de drang om nog iets totaal anders te doen in mijn leven. Toen deze vacature verscheen, kwamen mijn interesses in bouwen en in milieu samen. Ik heb mezelf omgeschoold en vorig jaar nam ik de fakkel van Matty over. Samen met Giovanni (de schoonzoon van Matty), ben ik nu zaakvoerder. We hebben elk onze eigen taken.’

Welke materialen gebruiken jullie?

‘We werken zoveel mogelijk met materialen van natuurlijke oorsprong. Het hout is steeds FSC-gecertificeerd (red.: afkomstig uit duurzaam beheerde bossen). In 90% van de gevallen is dat Europees hout. De isolatiematerialen zijn heel bewust houtwol of katoenvlas en we gebruiken recyclageproducten, bijvoorbeeld cellulose dat ingeblazen wordt. We koppelen er steeds een verhaal aan dat klopt voor ons. Toch is het allemaal voor interpretatie vatbaar. Wij gebruiken bijvoorbeeld soms schaapswol om te isoleren, omdat dit een afvalproduct is. Toch scoort schaapswol volgens sommige interpretaties slecht als duurzaam materiaal omdat dit een restproduct is van de vleesindustrie. Mochten schapen niet gegeten worden, zou er geen woloverschot zijn. Over elk materiaal kan je discussiëren, maar in de grond is iedereen met hetzelfde bezig, namelijk de impact zo laag mogelijk houden.’ 

Welke nieuwe ontwikkelingen zien jullie binnen duurzaam bouwen? 

‘We hebben bijna 40 jaar ervaring in klassieke houtskeletbouw, maar het voorbije decennium is houtmassiefbouw meer beginnen opkomen. Hierbij werken we met houten gewelven. Dit heeft veel voordelen, zoals de lichtheid van het materiaal en de mogelijkheid om het hout als binnenafwerking te houden. Het is ook een snelle manier van werken. Een water- en winddichte houtskeletbouw plaatsen wij op vier weken, bij houtmassiefbouw duurt dit slechts twee weken.

Duurzaam bouwen blijft evolueren. Vroeger werd er bij afval gedacht aan storten of verbranden. Bij de materialen die we nu gebruiken, denken we na wat we er later mee kunnen doen, zelfs al is dat binnen 50 jaar. Bij afbraak van de woning komen die materialen terug in omloop, geschikt voor andere doeleinden. Indien hergebruik niet mogelijk is, versnipperen we het hout voor houtvezelplaten, die een toepassing vinden in de meubelindustrie. Dat is het principe van circulair bouwen.

Wij volgen de evoluties en kijken daarbij veel naar het buitenland: Oostenrijk, Duitsland en Scandinavië. Daarnaast zijn we gastsprekers bij duurzame bouworganisaties in Vlaanderen, zoals het VIBE (Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch bouwen) en Ecobouwers. 

Er is jammer genoeg nog veel onwetendheid en gebrek aan materialenkennis. Het komt nog weinig aan bod in architectenopleidingen, al zijn er wel architecten die er van jongs af aan mee bezig zijn. Er is dus een evolutie gaande, maar het zou nog sneller mogen gaan.’ 

(foto: De Noordboom)

Op welke projecten zijn jullie het meest trots?

‘Die vraag kan je niet beantwoorden zonder te kijken naar foto’s van onze projecten. Nieuwe klanten komen soms bij ons terecht omdat ze aanbelden bij woningen die wij gezet hebben om te vragen wie ze heeft gebouwd. Dat is fijn om te horen.

Persoonlijk ben ik het meest trots als ik een architect die totaal niet bezig is met ecologisch bouwen, toch kan overtuigen van de meerwaarde. Zeker wanneer ik merk dat die architect terugkomt.

Vaak kiest een klant eerst een architect, die een ontwerp maakt en na goedkeuring van de bouwvergunning offertes opvraagt bij verschillende aannemers. Wij werken echter liever met een bouwteam. De klant kiest al bij de start een architect en een aannemer. We ontwerpen het huis samen met de architect om het huis zo goed mogelijk naar de wens van de klant te laten voldoen. Het voordeel is dat wij al van bij de start advies kunnen geven. Dat levert een enorme tijdswinst op voor de klant want dan is de woning zeker op een correcte manier ontworpen. Bovendien is de kostprijs vooraf duidelijk zonder onaangename verrassingen. Op het einde van de rit ben ik trots als zowel de klant, de aannemer als de architect tevreden zijn met het resultaat. Dan mogen we spreken van een geslaagd project.’

DIT ARTIKEL VERSCHEEN IN DE WINTEREDITIE VAN ONS LEDENMAGAZINE ONZE STREEK 2020. WIL JE ONS NATUUR- EN MILIEUMAGAZINE OOK GRAAG ONTVANGEN? WORD DAN NU LID VAN MILIEUFRONT OMER WATTEZ EN KLIK HIER.