De stikstofproblematiek verhelderd
Blijft Vlaanderen een openluchtmuseum van gemiste kansen?
Sedert 1992 werden naar Europese richtlijnen kritische stikstofwaarden van de speciale beschermingszones-habitatrichtlijn vastgelegd. Gedurende decennia bleef de Vlaamse regering hier Oost-Indisch doof voor. Pas in het Natuurdecreet en Vlaams reglement betreffende milieuvoorwaarden voor hinderlijke inrichtingen in 1997 werden deze richtlijnen deels geïmplementeerd.
Vlaanderen bakkeleide jarenlang over de verdeling van de inspanningen tussen landbouw, industrie, transport en woningbouw. In het vergunningenbeleid werden enkel niet-wetenschappelijk onderbouwde drempelwaarden gehanteerd. Daardoor werden de versoepelingen van de Vlaamse regering bij diverse rechtszaken telkens vernietigd.
In 2019 bleek dat 63% van de oppervlakte van stikstofgevoelige habitatgroepen de kritische drempelwaarde overschreed. En toch gingen de provinciebesturen door met het hervergunnen en uitbreiden van stallen … Tot de Raad voor vergunningenbetwistingen (RvvB) op 25 februari 2021 de omgevingsvergunning van een Limburgs landbouwbedrijf vernietigde. De Raad oordeelde dat de niet wetenschappelijk drempelwaarde van 5% geen rekening houdt met individuele situaties (zoals de nabijheid van natuur) en met cumulatieve effecten. Dit impliceerde een vergunningenstop.
De omzendbrief van 2/05/2021 van minister Demir moest rechtszekerheid brengen. Voor de ammoniakuitstoot afkomstig van veeteelt en mestverwerking en voor stikstofoxidenuitstoot afkomstig van industrie en transport werden de kritische drempels voor natuurgebieden vermeld van respectievelijk 0% en 1%.
Om het probleem aan te pakken schoeide de Vlaamse regering de van Nederland afkomstige Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) op eigen leest. Dit boekhoudsysteem bepaalt hoeveel grote industriële en agrarische bedrijven mogen uitstoten.
De hoofdlijnen van het Vlaams stikstofakkoord zijn als volgt:
-
Rode landbouwbedrijven met een impactscore van minstens 50% moeten tegen 2025 of 2030 stopgezet worden. Ze kunnen enkel ontsnappen met een emissiereductie van 100% tegen 2030.
-
Bij oranje landbouwbedrijven met een impactscore van minder dan 50% mogen de ammoniakemissies niet toenemen behalve als er geen risico voor de natuur bestaat.
-
Voor alle witte varkens- en pluimveebedrijven, die niet voldoen aan verstrengde technische normen, geldt een emissiereductie van 60%
-
De overgebleven rundveestallen moeten hun emissies met 15 tot 20% verminderen.
Het PAS rekent ook sterk op vroegtijdige en vrijwillige bedrijfsstopzetting. Hiervoor is een ruime financiële compensatie voorzien.
En bij ons?
In de Vlaamse Ardennen vonden we geen rode intensieve landbouwbedrijven in de beschermingszones. Maar een aantal bedrijven ligt wel nabij habitatrichtlijn- en Natura2000-gebieden. Uitbreiden en hervergunnen van oranje en witte bedrijven wordt zeer precair.
Een intensief pluimveebedrijf uit Melden (84.500 slachtkuikens en 1.200 mestvarkens) kreeg een omgevingsvergunning tot 2030. Ze beschikken over slechts één warmtewisselaar en verplichte aangepaste voeding, maar ze veroorzaken 10% van de kritische ammoniakemissielast voor het dichtste habitatsrichtlijngebied op 452m.
In Zwalm liggen twee intensieve pluimveebedrijven op respectievelijk 875 en 1 115 meter van een habitatrichtlijngebied. Van het dichtstbij gelegen bedrijf met een vergunning tot 2030 (59 000 opfokpoeljen), is niks bekend over de ammoniakemissies. Het verder gelegen bedrijf met een vergunning tot 2032 (83 000 slachtkippen en 219 runderen), is verantwoordelijk voor 5,53% kritische ammoniaklast op het dichtste habitatrichtlijngebied.
Eén intensief pluimveebedrijf te Anzegem met een vergunning tot 2036 voor 85 000 slachtkippen kreeg geen enkele specifieke ammoniaknorm opgelegd. Wat met de aanwezigheid van een habitatrichtlijngebied op 450m en 3% kritische emissielast voor dit gebied?
Bij een varkensbedrijf te Wortegem-Petegem met een omgevingsvergunning tot 2029 voor 2.137 varkens en 150 runderen wordt met geen woord gerept over de amonniakdepositie voor het habitatrichtlijngebied op 350m.
Voor de Vlaamse Ardennen is de kans op uitbreiden van de veestapel (pluimvee, varkens en runderen) onder de huidige aftoetsing reeds zeer moeilijk. Dit wordt onder PAS zo goed als onmogelijk.
Beginnen de problemen PAS?
Het ontwerp-PAS met strenge maatregelen kan een aanzet zijn voor een daling van stikstofdepositie en ecologische herstelmaatregelen voor stikstofgevoelige natuur. Maar de vraag is of de Vlaamse beoordelingskaders gebaseerd op PAS zullen werken?
De communicatie tussen het vergunningsbeleid en de controlediensten faalt. De gespecialiseerde pers ontdekte enorme verschillen tussen de vergunde en de geregistreerde uitstoot. Er is amper controle op de vergunde veestapel.
Verder zijn de volgens PAS geregistreerde bedrijven maar de top van de stikstofberg. Kleinere landbouwbedrijven komen niet in het Europees registersysteem terecht.
De kritische overlast voor de natuurwaarden in de beschermde zones is ook afhankelijk van de aard en omvang van de hinderlijke bedrijven, de windrichting, de voorzorgsmaatregelen, de overige cumulatieve impact van verkeer en verwarmingsinstallaties, …
Bovenal worden in dit PAS onterechte verwachtingen gekoesterd over de technologische emissiereductiesystemen (bijv. luchtwassers). Deze peperdure systemen zijn niet efficiënt (nieuwste stallen met nieuwste technologie verminderen de ammoniakuitstoot met amper 20%) en zijn tijdrovend in onderhoud. In 2020 bleek dat de helft van de luchtwassers niet goed werkte! Een integrale oplossing met technologie is onmogelijk. Enkel een reductie van de dierenstapel werkt.
Tenslotte vraagt PAS ongelijke inspanningen van de sectoren. Woog het lobbywerk van VOKA e.a. zwaarder dan van de Boerenbond bij minister Demir? PAS bevat slechts schaarse maatregelen m.b.t. de impact van verkeer, gebouwen en de buitenlandse import van stikstof. Op zich al een juridisch argument om het Vlaamse stikstofbeleid onderuit te halen.
Het ontwerp-PAS bevat dus eindelijk een grondige aanzet tot een ernstige stikstofreductie voor onze natuurgebieden. Maar de geciteerde tekortkomingen, praktische bezwaren en het gedane lobbywerk kunnen nog voor oponthoud zorgen. Stop de stikstofdepositie in onze resterende, te schaarse natuur!
DIT ARTIKEL VERSCHEEN IN DE LENTE-EDITIE VAN ONS LEDENMAGAZINE ONZE STREEK 2022. WIL JE ONS NATUUR- EN MILIEUMAGAZINE OOK GRAAG ONTVANGEN? WORD DAN NU LID VAN MILIEUFRONT OMER WATTEZ EN KLIK HIER.